Van de week ervoer ik zelf zo’n mooi voorbeeld van het spiegelen. Donderdag werd ik wakker, stond op en keek naar buiten, naar de wei. Daar stonden opeens zeven paarden in plaats van vijf. Ik kende ze wel, de moeder en dochter die er nu bij stonden, van een andere wei.
Mijn eerste gedachten gingen uit naar de workshop van zaterdag. Coachen vanuit een nieuwe plek is even wennen (de wei waar ze sinds een paar dagen op staan). Maar nieuwe paarden in de kudde, dat is dubbel wennen. Er is onrust in de kudde, de rangorde wordt verstoord en opnieuw bepaald.
Maar ook: de vijf trouwe coachpaarden waar ik mee werk, ken ik door en door. Ik weet hoe ze kunnen reageren, wat hun kwaliteiten zijn en wie ik waarvoor in kan zetten. Lichte zenuwen vervingen het gevoel van vertrouwen dat ik meestal heb, de sessies gaan precies zoals de bedoeling is, ik faciliteer en speel in op dat wat er is. Nu had ik toch de neiging om te vragen of ‘de nieuwelingen’ die dag elders mochten staan. Ik besprak het met de gene die de paarden daar had neergezet en voelde al vrij snel de acceptatie. De paarden zouden er bij zijn. Maar nu.. wat zouden ze toevoegen, waar staan ze voor en hoe zal dat tijdens de workshop verlopen.
Ik besloot te gaan verkennen. Twee ochtenden bracht ik door in de wei, temidden van de nieuw gevormde kudde. Ik zag veel, zag ook dat mijn eigen Dawn voor het eerst zo in beslag werd genomen door dit proces dat hij niet naar me toekwam. Dawn heb ik die dagen niet uit de wei gehaald. Hij houdt van orde, ‘zijn’ merrie’s om zich heen. En ‘Ginger’ de ruin die er als laatste bij kwam daar heeft hij ook een omgangsvorm mee gevonden. Soms zijn ze vrienden, soms concurrenten en samen ravotten ze lekker als de dames het toelaten.
Maar de nieuwelingen, die waren behoorlijk aanwezig, dominant. Ik kwam niet bij de rest want zij stonden overal vooraan. Ze leken de boel te hebben overgenomen.
Ik besloot hen te leren kennen, eerst even alle aandacht voor deze twee. Ze snuffelden, likten mijn handen en de kleine jonge dame probeerde meteen hoe ver zij kon gaan. Ik had aandacht en begrensde waar nodig. De tweede ochtend waren zij daar weer als eerste. Wanneer ik Dawn wilde benaderen joeg de Friese mama hem weg. Weer richte ik mijn aandacht op hen en vroeg me hardop af wat hun taak was.
En toen voelde ik het: net als waar vele van ons nu doorheen gaan ervaar ik de laatste tijd mijn schaduwkanten sterker. Eerst wilde ik deze delen van mij liever niet zien omdat ik dacht dat ze voor onveilige situaties konden zorgen, toen onderzocht ik ze, stelde vragen en accepteerde, ook zij zijn mij. En zo ook in de kudde. Ik erkende wat ze bij mij representeerde en voelde dat het goed was. Daarna kon ik in alle rust naar Dawn toelopen en de andere paarden en ging ieder weer rustig zijn gang. Het was goed, ze mochten er allemaal zijn. De kudde weerspiegelde in het klein processen van mij en in het groot van de wereld op dit moment.
Hopelijk kunnen meer en meer schaduwen op deze manier oplichten. Want de kudde, en de wereld dan ben ik en dat ben jij!